Peter
Koelewijn
Peter Cornelis
Koelewijn wordt geboren op 29 december 1940 op de Heezerweg in Eindhoven
als zoon van een vishandelaar. Al vroeg was hij weg van muziek en vooral
van de "pop muziek" uit die jaren met artiesten als Guy Mitchell,
Frankie Laine, Rosemary Cloony, Johnny Ray en Nederlandse hitmakers als
The Chico´s en The Kilima Hawaiins. In 1953 kreeg hij zijn eerste gitaar
en niet lang daarna begon hij zijn eigen (veelal cowboy) liedjes te
schrijven. Op de Nuts Mulo in Eindhoven begon hij halverwege de fifties
zijn eerste bandje met daarin drie leden, die later ook deel zouden
uitmaken van "Peter en zijn Rockets": Harry van Hoof, Charles Jansen en
Peter v.d. Voort. Op dezelfde Mulo zat Anneke Grönloh en op
schoolfeestjes werd vaak samen gespeeld.
Peter haalde, na de Nuts Mulo,
zijn HBS diploma op het Gemeentelijk Lyceum Eindhoven en in die periode
werd én de naam The Rockets bedacht (door Charles Jansen) én kwam
saxofonist Claus Buchholz bij de band, die toen compleet was: Peter v.d.
Voort drums, Harry van Hoof piano, Charles Jansen, basgitaar, Claus
Buchholz en Peter Koelewijn, zanger en gitarist. Later kwam daar als
extra saxofonist Arnold Bagen bij. Een paar jaar daarvoor wist Peter
welke richting het uiteindelijk op moest. Hij had "Long Tall Sally" van
Little Richard gehoord en dat was voor hem het teken aan de wand: rock
´n roll moest het worden. Later werd dat idee nog versterkt door de
platen van Elvis, Chuck Berry, Buddy Holly, Bill Haley, Wanda Jackson,
Connie Francis, Jerry Lee Lewis, The Platters, Ritchie Valens en al die
andere rockers van het eerste uur. Maar een belangrijke inspiratiebron
waren de Amerikaanse soldaten die in de jaren vijftig naar Eindhoven
kwamen. Deze jongens waren gelegerd in grote Amerikaanse bases in
Duitsland. In de weekenden trokken zij, in grote open Amerikaanse sleeën
naar de lichtstad om daar te drinken, dansen en achter de meisjes aan te
zitten. Meestal streken ze neer in café's op de markt, zoals Poort van
Kleef, en het belangrijkste was: zij namen hun eigen nieuwe Amerikaanse
platen mee, waarvan de meeste in Europa meestal niet eens uitkwamen.
Peter Koelewijn zat als tiener vaak urenlang bij de juke-boxen waarop
die muziek te horen was. En verder luisterde hij elke zaterdagmorgen
naar de hitparade van The American Forces Network (AFN) en 's-avonds
naar Radio Luxemburg. Na het halen van zijn HBS A diploma werd Koelewijn
in 1960 aangenomen als leerling-journalist bij het Eindhovens Dagblad,
waar hij twee jaar later zijn opleiding voltooide. Maar eind 1959 al nam
hij zijn eerste plaat op: Kom van dat dak af.
1959
Vriend van de inmiddels definitieve Peter en zijn
Rockets, Toon Wagemans uit Eindhoven, weet voor elkaar te krijgen dat
platenmaatschappij Bovema in Heemstede de groep uitnodigt voor een
auditie in hun studio. Peter Koelewijn had een handvol zelf geschreven
Nederlandstalige rock ´n roll liedjes met de band ingestudeerd, maar
schrijft een paar dagen vóór de opname de song "Kom van dat dak af". De
band gaat met drumstel, zelf gemaakte versterkers, gitaren en saxofoon
per trein naar Heemstede en tijdens die reis laat Peter zijn nieuwste
horen. Het liedje wordt in de coupé geoefend "als extraatje". In de
studio worden drie liedjes opgenomen: "De hele stad is gek en dol",
"Jenny" en het zo pas ingestudeerde "Kom van dat dak af". De opnamen
duren drie uur (lang voor Bovema begrippen), maar dat kwam omdat de
gitaar van Peter gerepareerd moest worden. Alles werd in één keer op één
spoor opgenomen. De banden blijven echter op de plank liggen tot Co de
Kloet, producer van het toen immens populaire radio programma Tijd Voor
Teenagers (vrijdag ´s middags tussen 5 en 6), toevallig langs kwam, de
liedjes hoorde en zei dat Bovema (EMI) "Kom van dat dak af "
onmiddellijk hoorde uit te brengen. De Kloet laat Dick Duster, DJ van
het programma, de plaat drie keer bij de première, begin 1960,
draaien.De hit was geboren, in Nederland én in België.
60's
Direkt na het enorme succes van "Kom van dat dak af"
verruilt de groep Bovema voor platenmaatschappij Phonogram (Philips).
Achtereenvolgens komen daar hits als "Janus", "Marijke", "Laat me los",
"Speel die dans" en "24.000 kussen" uit. Ook neemt de band samen met
Anneke Grönloh "Ma, hij wil zo graag een zoen" op. Daarna komt de klad
er in omdat de platenmaatschappij en de band mee willen varen op het
succes van de opkomende beatgroepen als de Beatles en de Rolling Stones.
Een groot aantal wonderlijke producties zijnhet gevolg waarvan weinig
lukt. De groep verandert van samenstelling, Claus Buchholz is de eerste
die de Rockets verlaat en later volgen Harry van Hoof en Peter v.d.
Voort. Jeroen Ophoff (drums) en Hans Sanders (gitaar/keyboards) nemen
hun plaats in. Hans Sanders wordt later de voorman van de groep Bots.
Phonogram wil halverwege de jaren zestig Peter Koelewijn graag als
producer voor de steeds groter wordende stal nieuwe artiesten (hij
begint daar tegelijkertijd met Hans van Hemert). De eerste productie van
de Eindhovenaar is meteen raak: "You´re the Victor" met de Haagse groep
Q 65 en ook zijn tweede, "En nou ik" met de Eindhovense protestzanger
Armand is een succes. Ook zijn liedjes voor andere artiesten beginnen
aan te slaan: samen met Hannie Meijler schrijft hij voor Connie
Vandenbos "Ik ben gelukkig zonder jou" en "Paleis met gouden muren".
Peter verhuist voor twee jaar naar muziekuitgeverij
Altona. Daar begint hij voor eigen rekening met producties en dat leidt
tot het ontdekken van artiesten als Bonnie St. Claire, Lowland Trio en
Ronnie en de Ronnies, voor welke laatste twee acts hij respectievelijk
de hits "Ik kan geen kikker van de kant af duwen", "Beestjes" en "Ikke,
ga d´r eentje pikke" schrijft. Pal daarop wordt Peter Koelewijn gevraagd
door DJ Willem van Kooten en producer Freddy Haayen om mee te doen met
de nieuw op te richten productie maatschappij Red Bullet. De eerste
Koelewijn plaat als producer/songwriter voor die maatschappij wordt
meteen een no 1 hit: "Kom uit de bedstee m´n liefste" met Egbert Douwe,
pseudoniem voor vriend en Veronica DJ Rob Out.
Bonnie St. Claire´s "I won´t stand between them", ook een Koelewijn
song/productie, is de volgende top 10 hit en in die periode maakt de
producer de enige plaat die Johan Cruyff gemaakt heeft: "Oei, oei, oei,
dat was me weer een loei". Als Johan later bij Barcelona gaat
voetballen, wordt de single ook nog een hit in Baskenland. "Soul tango"
van Casey & the Pressure Group wordt een succes en in de Red Bullet tijd
begint, nog aarzelend, de samenwerking met de later zo succesvolle Nico
Haak. Peter produceert de twee LP´s van de band Mr. Albert Show, waarvan
vooral de leider Bertus Borgers en toetsenist Bonkie Bongaerts (later
Bots) nog van zich zouden laten horen.
In dezelfde periode werkt Peter ook als succesvolle DJ bij Radio
Luxemburg en doet hij tientallen drive-in shows als DJ-presentator in
Nederland, Belgie en Duitsland. In 1970 houdt hij daar mee op, verlaat
ook Red Bullet, krijgt opnieuw een aanbieding van Phonogram om als
producer te komen werken en formeert weer een Peter en zijn Rockets.
70's
In 1970 neemt Peter Koelewijn weer als artiest een
aantal nummers op in de GTB studio in Den Haag. De remake van "Kom van
dat dak af" (m.m.v. o.a. Harry van Hoof, Hans Vermeulen en Louis Debij)
wordt een top tien hit en de zanger gaat weer toeren met nieuwe Rockets:
Janus Toethuis (gitaar), Frans Meijer (drums), Ad Damen (solo gitaar) en
Nol Passon (bas gitaar). Met deze groep neemt hij in de vier jaren die
volgen o.a. de succesvolle singles "Mij oh mij", "Robbie", "Veronica
Sorry" (met hulp van Piet Souer) en "Angeline, m´n blonde sexmachine"
op. Op bijna al deze platen is Bertus Borgers gast-saxofonist.
Muziekkrant Oor brengt in ´72 een speciale editie uit, gewijd aan "de
Godfather van de Nederlandse Rock ´n Roll Peter Koelewijn".
Als producer/liedjesschrijver scoort de Eindhovenaar in de seventies
vele hits: o.a. Herman van Keeken met "Pappie loop toch niet zo snel",
Bonnie St. Claire met "Clap your hands", "Waikiki man", "Dokter
Bernhard", Willeke Alberti met "Carolientje", Ria Valk met "De liefde
van de man gaat door de maag" (beter bekend als "Worstjes op m'n
borstjes") en "Moeder ik ben zo bang", Leftside met "Like a Locomotion",
vele Nico Haak hits zoals "Foxy Foxtrot" (in Duitsland een top tien
onder de titel "Schmidtchen Schleicher"), "Is je moeder niet thuis",
"Ukelele"en "Honkie tonkie pianissie", Ronnie Tober met "Petite
Mademoiselle", Ronnie en Ciska Peters met "Naar de kermis" en Louis
Neefs met "Ach Margrietje (de rozen zullen bloeien)". Voormalig Rockets
lid Hans Sanders richt de groep Bots op en Koelewijn produceert vier
zéér succesvolle LP´s. Ook in Duitsland wordt de groep erg populair:
meer dan 500.000 verkochte LP´s.
In 1978 begint Peter Koelewijn de eigen
productiemaatschappij Born Free, onder de vlag van Phonogram, samen met
producer Will Hoebee, promotie man Janus Toethuis, secretaresse Tineke
Kusters en Josef Schamp. De eerste release is het Koelewijn album "Het
beste in mij is niet goed genoeg voor you" (gouden plaat en Edison) met
de hits "Je wordt ouder pappa" en het twintig jaar later door Paul de
Leeuw gecoverde "KL 204 (als ik God was)". In die periode start Peter
een meisjesgroep: Babe. Hij schrijft en scoort 16 top 40 platen met Babe,
waaronder "Please me, please do", "Never listen to a bouzouki-player", "Drunken
sailor" en "Together in love again". Jan Rietman arrangeerde bijna alle
platen van de groep. Met de Born Free artiesten (waaronder ook Rob de
Nijs en Saskia & Serge, waarvoor producer Will Hoebee verantwoordelijk
was) neemt Peter het gigantische succes "Een heel gelukkig kerstfeest"
op.In dezelfde tijd zorgt hij, met
co-producer Hoebee, voor een top 3 notering in Nederland en Belgie met
"Patrick, mon cherie" van Kiki & Pearly. Dit nummer zong Sheila in
Frankrijk regelrecht de top 10 in op de orkestband van Kiki & Pearly.
Hoebee produceert voor Koelewijn's Born Free diverse grote hits en
succevolle LP's, zoals "Het werd zomer", "In de winter" en de LP's "Rob
de Nijs" en "Tussen zomer en winter" met Rob de Nijs, de Engelse Peters
& Lee met "Song from Moulin Rouge", Saskia & Serge met "Baby I'll give
you everything" en "The battle of Sally Ann" (met een paar platen
haalden Saskia & Serge zelfs de Amerikaanse country charts), LP's met
dirigent Harry van Hoof (dezelfde van het eerste Rockets uur) zoals "Thank
you for the music" (met pianist Pieter van Vollenhoven), "Strings by
candlelight" (met gitarist Piet Souer) en "Music by Candlelight" (met
panfluittist Georghe Zamfir).
Peter Koelewijn houdt het als artiest weer een paar jaar voor gezien.
Hij stopt met Born Free en gaat zich bezig houden met het eerder
opgerichte Rocket Management in Hilversum, waarvan Ludo Voeten en hij
eigenaar/direkteur worden. Ook producer Hans van Hemert (o.a. Luv en
Mouth & McNeal) maakt kort deel uit van de direktie, maar trekt zich na
korte tijd terug. Het management behartigt ook de belangen van
non-Koelewijn artiesten als Vulcano en Grant & Forsyth.
80's
In 1981 nodigt Lex Harding van Radio Veronica Peter
Koelewijn uit om met zijn nieuwe band live te komen spelen op één van de
countdown TV concerten. Peter besluit die uitvoering op te nemen
(geregistreerd door Tom en Rob Peters) en brengt er een dubbel LP,
"Peter live", van uit. Een doorslaand succes, vooral door de twee
hitsingles "Klap maar in je handen" en de live versie van"Kom van dat
dak af"! Hij gaat weer toeren met de nieuwe Rockets waarin o.a.Wim
Donkers (gitaar) en Sjaak v.d. Bulk (keyboards). De band scoort o.a. met
de hits "De tijger is los", "Ik ben geen Jo-Jo", "Zo lang de motor
loopt" en "Een hete zomer". Tussendoor maakt Peter nog als zanger de Rod
Stewart medley "Rock Heroes", samen met Jan Rietman en Tom Peters.
In 1983 gaat Koelewijn weer solo en levert
het album "Diep water" af met de hit single "De sprong in het duister"
en twee duetten met Babe zangeres Marga Bult . De volgende top 20 plaat
wordt "De loop van een geweer". In 1989 wordt "Kom van dat dak af" voor
de vierde keer een hit maar dan heeft Peter hulp van de rappers DJ Sven
en Miker G.
Halverwege de jaren tachtig schrijft hij voor de meidengroep "Curtie &
the Boombox " twee hits: "Let´s talk it over in de Ladies room" en
"Black kisses never make you blue". De laatste productie komt zelfs in
de Amerikaanse hitparade. Een paar jaar later schrijft en produceert
Peter Koelewijn de Eurovisie Songfestival inzending "Rechtop in de
wind", gezongen door Marga Bult. Zij eindigt in Brussel op de vijfde
plaats.
Tony Berk van muziekuitgeverij TBM, die de
administratie doet van Peter´s eigen uitgeverij Coolwine Music,
overhandigt de liedjesschrijver een tableau met 10 zilveren schijven
voor de verkoop van meer dan 10 miljoen Koelewijn liedjes.
Peter wordt in die tijd door de KRO gevraagd om als DJ een programma te
verzorgen op Radio 3, elke woensdag morgen tussen 7 en 9 uur. Ook is hij
vijf jaar voorzitter van de Soester voetbalvereniging SEC. Hij schrijft
een paar jaar columns in een plaatselijke krant. Een collage daarvan
wordt gebundeld in het boek "Deksels, we hebben panne!"
90's
In het begin van die jaren begint Peter Koelewijn als
producer aan een hele reeks zeer succesvolle country LP´s/CD´s met Grant
& Forsyth. Elke plaat wordt goud en de meeste ook nog platina. Edel
metaal wint hij ook met de producties "As Dick me hullep nodig heb" van
Johan & de Groothandel, de voetbal CD´s "Feest met Oranje" en "Oranje
is, Oranje blijft" en de CD "Goede tijden, slechte tijden", een plaat
met alle stars uit de gelijknamige soap. De groep Pater Moeskroen scoort
twee top tien hits, "Roodkapje" en "Hela Hola" onder leiding van de
Eindhovenaar.
Halverwege de jaren negentig neemt hij zelf voor de grap, op verzoek van
platendirekteur Rob Peters en onder muzikale leiding van John v.d. Ven,
een oud Smokie nummer op ("Living next door to Alice") maar de titel
wordt veranderd in "Alice, who the X is Alice". Koelewijn doet dat onder
de naam Gompie en scoort er in heel Europa en in Canada mee. Hij krijgt
daarvoor een hele rits gouden platen. In
die tijd verkoopt hij ook zijn aandeel in het Rocket Management aan Ludo
Voeten. Op hetzelfde moment wordt hij door Piet Roelen, manager van
zanger Helmut Lotti, gevraagd om de, op semi klassieke leest geschoeide,
eerste CD van Helmut op te nemen. Het succes is enorm. Van de eerste CD,
"Helmut Lotti goes classic", worden alleen al in de Benelux record
aantallen weggezet. Ook de 7 CD´s daarna worden opgenomen onder
productionele leiding van Peter. Helmut Lotti is inmiddels uitgegroeid
tot een artiest van internationale allure en de totale verkoop van zijn
CD´s overstijgen inmiddels de 8 miljoen. Voor dezelfde Piet Roelen
produceert hij (en schrijft enkele liedjes voor) Lisa del Bo en Michael
Junior, twee Belgische artiesten. Het levert hem drie gouden CD´s op.
Ook de CD met Lisa del Bo, Willy Sommers en Luc Steeno als trio, wordt
een succes.
Voor Dino records neemt hij, samen met arrangeur Piet Souer, in een
studio in Hollywood een CD op met Engelbert Humperdinck met in het
Engels vertaalde Nederlandse hits. Zelfs EMI Duitsland vindt het goed
genoeg om te releasen. Aan het eind van de negentiger jaren zorgt Lee
Towers met het door Koelewijn geschreven en geproduceerde "Mijn
Feyenoord" voor een Rotterdamse voetbalevergreen.
00's
Al geruime tijd wil Peter Koelewijn zich ook profileren op andere
gebieden in de Nederlandse show-business. Hij is daarom bestuurslid
geworden van de Stichting Conamus (houdt zich bezig met het promoten van
het Nederlands copyright in binnen- en buitenland), van de
auteursrechten organisatie STEMRA, van de PALM (Professionele Auteurs
Lichte Muziek) en van het GONG (Genootschap van Onafhankelijke
Nederlandse Geluidsproducers).
Al die jaren trad en treedt Peter Koelewijn ná de Rockets perioden als
solo artiest op. In 2002 wordt met veel succes begonnen met een serie
reunie-concerten met de Rockets uit de jaren zeventig, Janus Toethuis,
Frans Meijer, Nol Passon en Ad Damen, versterkt met saxofonist Jos Vos.
Er komen geen opnamen van. Peter Koelewijn is bezig met een nieuwe solo
CD.
In de herfst van 2005 besloot de zanger om toch een DVD op
te nemen tijdens diverse optredens met de Rockets. De beeldplaat werd
aangevuld met diverse bonustracks.
In 2007 krijgt Peter de zeer prestigieuze “Radio 2
Zendtijd Prijs” die hem in het Amsterdamse théater Carré wordt
uitgereikt tijdens een groot gala concert, waar vele artiesten liedjes
van zijn hand zingen. Naar aanleiding daarvan wordt de CD “Peter
Koelewijn, mijn mooiste liedjes”, uitgebracht.
Na 25 jaar (!) bracht de 68 jarige Peter Koelewijn
in november 2009 weer een plaat uit met daarop enkel nieuwe liedjes: “Een
gelukkig man”. De laatste keer dat hij dat deed, was met de release
van “Diep water” in 1984. In de tussenliggende jaren bracht hij wel
albums met nieuw materiaal op de markt, maar dat waren CD’s met wat
nieuwe liedjes, aangevuld met bestaande songs. “Een gelukkig man” is een
mixture van gevoelige liedjes over liefde en gebeurtenissen in het
gewone leven die Peter bezig hielden en houden. Het album kreeg vóór het
uitkomen al bijzonder veel aandacht en vooral waardering.
Eind 2010 ontving de zanger/producer/componist
tijdens een groots TV gala de eerste TROS
Kompas Oeuvre Prijs als waardering voor wat hij voor de Muziek in
Nederland heef betekend.
In 2011 deed hij mee aan acht afleveringen van het
populaire TV programma “De beste zangers van Nederland”.
In dat jaar ontving hij ook nog een award van de TROS zender
“Sterren.nl” omdat “Kom van dat dak af” werd verkozen tot het meest
aansprekende liedje in de Nationale Top 100.
Op 20 november 2011 gevolgd door de “Blijvend Applaus Prijs 2011”,
uitgereikt in de Kleine Komedie in Amsterdam.
|